Bacterievuur of perenvuur

Wat is bacterievuur of Perenvuur?

Bacterievuur of ook wel Perenvuur genoemd, is een ernstige bacteriële plantenziekte die sinds 1972 (Kuststreek) in België voorkomt en sinds de jaren ’70 zijn er ook infecties in de Limburgse regio’s vastgesteld. Het is een ziekte veroorzaakt door de bacterie Erwinia amylovora en richt grote schade aan in tuinen en boomgaarden.

Het is een ziekte die voornamelijk sierstruiken en -planten treft, zoals meidoorn en fruitbomen (appel, peer …).

Verspreiding gebeurt tijdens warm en broeierig weer via bloesems en jonge of beschadigde plantendelen.

Tijdens de nabloei is de infectiedruk het hoogst, nadien kan de infectie plaatsvinden via jonge en sappige scheuten.

Tijdens de zomer zorgen storm en hagelbuien vaak voor een verhoogde infectiedruk.

Bij adviesvragen, twijfel of verdachte waarnemingen van bacterievuur, aarzel niet om contact op te nemen met het Provinciaal meldpunt Bacterievuur.

Melden en bestrijden van Bacterievuur is wettelijk verplicht om zo de financiële schade te beperken voor de groothandelaren en kwekers.

Voor meer info kan je terecht op volgend e-mailadres: info.WVL@favv.be

Meldingen kunnen gedaan worden via 050/30.37.10 of notif.WVL@favv.be

Symptomen

  • Verwelkende bloesems (dit terwijl bloei nog niet ten einde zou moeten zijn)
  • In een later stadium: bruin-, zwartverkleuring van de bloesems, vruchten, bladeren en twijgen
  • Jonge aangetaste scheuten krullen helemaal op (ze worden ‘vaantjes’, ‘vlaggetjes’, ‘bisschopsstaf’ genoemd)
  • De bloemen, bladstelen en groene scheuten vertonen op sommige plaatsen slijmachtige afscheidingen (eerst wit, later oranje/bruin)
  • Tijdens de winter vallen aangetaste bloemen, bladeren en vruchten niet van de plant
  • Bij het aansnijden van de schors van de takken is er een oranjeachtige verkleuring onder de bast.

Het doet denken aan het verschroeien door vuur, ook de snelheid waarmee het zich verspreid doet denken aan vuur, vandaar de naam.

 

 

Beter voorkomen dan …

Bij het aankopen van nieuwe planten is het aangeraden om na te gaan welke soorten er gevoelig zijn voor bacterievuur. Als je weet dat je dicht bij een kweker of teler woont, koop je bacterievuur gevoelige planten beter niet aan.

Het is belangrijk om

  • Plantensoorten te (her)kennen die gevoelig zijn voor bacterievuur
  • Ziektebeelden herkennen
  • Te weten hoe in te grijpen
  • Snoeimessen of -scharen regelmatig te ontsmetten met bijvoorbeeld onverdunde Dettol
  • Dek snoeiwonden of andere beschadigingen af met ‘wondafdekmiddel’ (bv. Koperhoudende pasta of koperoplossing)
  • Verwijder nabloei bij fruitbomen

Voorkomen, is beter dan genezen, want genezing met chemische middelen (antibiotica) is namelijk niet mogelijk!

Waardplanten (planten waarbij de ziekte kan voorkomen):

  • Meidoorn (Crataegus)
  • Peer (Pyrus) – zie bijlage voor gedetailleerde info per soort
  • Appel (Malus) – zie bijlage voor gedetailleerde info per soort
  • Meelbes/Lijsterbes (Sorbus)
  • Dwergmispel (Cotoneaster)
  • Mispel (Mespilus)
  • Kweepeer (Cydonia)
  • Japanse Kwee (Chaenomeles)
  • Vuurdoorn (Pyracantha)
  • Glansmispel (Photinia)
  • Wolmispel (Eriobotrya)
  • Krentenboompje (Amelanchier)

Hoe bestrijden?

Bij de vaststelling van de ziekte is het namelijk zelfs wettelijk verplicht om in te grijpen.

Ziektehaarden moeten geruimd worden door de zieke plantendelen weg te snoeien, tot minstens 50 cm onder de zichtbare aantasting!

  • Controleer regelmatig planten op infecties
  • Onderhoud waardplanten (planten waarop de infectie kan voorkomen) – meidoorn moet bijvoorbeeld verplicht (volgens KB 23.06.2008) jaarlijks geschoren worden tussen 1 november en 1 maart
  • Bestrijd elke ziektehaard door de plant terug te snoeien tot minstens 50 cm onder de zichtbare aantasting!
  • Ontsmet snoeimateriaal regelmatig met bijvoorbeeld onverdunde Dettol, ook al is er geen infectie op het eerste zicht. Bij snoeiwerken van geïnfecteerde bomen is het best om tussen twee ‘knippen’ te ontsmetten.
  • Vermijd contact met jezelf/je gereedschap met de ‘ziektebeelden’, zo voorkom je dat je de ziekte verspreid naar andere delen van de plant
  • Verwijder het snoeiafval direct in een afgesloten zak bij het restafval. Voor grote hoeveelheden kan dit rechtstreeks naar de verbrandingsoven (best op voorhand even contact opnemen met de afvalintercommunale van Oostende; IVOO)
    • NIET composteren
    • NIET versnipperen
    • Vermijd contact met ander hout

Bij een te grote infectie rooi je best de boom of struik helemaal, zorg dat je bij alle werken de ziekte niet verspreid.