Negatieve wilsverklaring (levenstestament)

De wet op de patiëntenrechten bevat onder andere bepalingen in verband met het weigeren van een behandeling of het opstellen van een “negatieve” wilsverklaring.

Via een negatieve wilsverklaring kunt u te kennen geven dat u later (bepaalde) handelingen en onderzoeken wenst te weigeren (niet gestart, gestopt of afgebouwd) wanneer u zelf op dat moment niet meer in staat zou zijn die te weigeren. Dit kan zijn:

  • geen kunstmatige levensverlengende maatregelen meer nemen wanneer u in een dergelijk toestand verkeert dat kwaliteitsvol leven niet kan worden gegarandeerd;
  • geen kunstmatige voeding en vochttoediening, tenzij het een tijdelijke maatregel betreft (vb. bij vooruitzicht op kwalitatief herstel);
  • geen reanimatie of defibrillatie tenzij gerede kans op kwalitatief herstel;
  • verzoek tot euthanasie wanneer u in een onomkeerbare coma verkeert volgens de huidige medische kennis (wet 28/5/2002);
  • optimale pijncontrole;
  • indien mogelijk liefst overlijden in ziekenhuis/thuis.

U kunt dit misschien samen doen met uw huisarts zodat er geen discussie is over uw wilsbekwaamheid. Hier zijn geen getuigen voor vereist.

U kunt op een apart formulier al dan niet een vertegenwoordiger (dit kan de vertrouwenspersoon zijn) aanduiden. Beiden ondertekenen de negatieve wilsverklaring. Wanneer u later niet meer wilsbekwaam zou zijn, zal uw vertegenwoordiger de behandelende arts inlichten over het bestaan van uw wilsverklaring en deze moet dit respecteren.

Wanneer u nog wilsbekwaam bent, kan de vertegenwoordiger u bijstaan en ondersteunen, maar hij/zij kan niets in uw plaats beslissen.

U maakt een aantal kopieën, u houdt er zelf één en bezorgt die aan betrokkenen (uw huisarts, uw vertegenwoordiger, uw vertrouwenspersoon ….)

Deze verklaring kan u NIET registreren bij de dienst burgerzaken.

Als de vertegenwoordiger zijn/haar taak niet (wil) opnemen dan kan een partner (samenwonende echtgenoot, wettelijk samenwonende partner of feitelijk samenwonende partner) of een familielid (in dalende volgorde: een meerderjarig kind, een ouder, een meerderjarige broer of zus) de deze functie op zich nemen. Indien ook deze personen hun taak niet (willen) opnemen kan het door de zorgverlener opgenomen worden (na multidisciplinair overleg).

Merk op: een vertrouwenspersoon bij wilsverklaring euthanasie en een vertegenwoordiger bij de negatieve wilsverklaring hebben een vergelijkbare functie betreffende de patiëntenrechten.