Vanaf 2020 wijzigde de regelgeving in verband met (landbouw)rampen. De Vlaamse overheid voorziet in een premiesubsidie bij het afsluiten van een erkende brede weersverzekering in de land- en tuinbouwsector.
Met een brede weersverzekering verzekeren ondernemers met een open teelt, zoals fruitteelt of akkerbouw, zich bij een private verzekeraar tegen schade aan gewassen door extreme en ongunstige weersomstandigheden. Een erkende brede weersverzekering dekt minstens de fenomenen storm, hagel, vorst, ijs, regenval en droogte.
Wie zo een verzekering afsluit, kan van de verzekeringsmaatschappij schadevergoeding krijgen als aan de polisvoorwaarden voldaan is. Net zoals bij andere verzekeringen kunnen deze voorwaarden verschillen tussen de verzekeraars onderling. De afhandeling van de schade gebeurt conform de polisvoorwaarden tussen de landbouwer en de verzekeraar. Er is daarbij geen tussenkomst van de overheid.
De toepassing van de schadevaststellingen door de schattingscommissie valt dus voor een gedeelte weg.
De vaststellingen van de schattingscommissies worden niet meer gebruikt bij het onderzoek voor de erkenning van een ramp. De vaststellingen dienen alleen ter ondersteuning van een individuele aanvraag tot tegemoetkoming. Daarnaast worden de vaststellingen van de schattingscommissies ook door andere overheidsdiensten aanvaard.
Voor de FOD Financiën zijn die vaststellingen alleen relevant:
- als de ramp erg lokaal was. "Algemeen voorkomende weersverschijnselen zoals droogte, zonnebrand, vorst enz. komen gelijkmatig over het hele land of een hele regio voor en de schade aan een bepaalde teelt weerspiegelt zich in de semi-brutowinst zoals opgenomen in de forfaitaire grondslag van aanslag voor die bepaalde teelt. Dus, bij het bepalen van de semi-brutowinst is rekening gehouden met alle algemeen voorkomende verliezen en minderopbrengsten, zelfs die wegens abnormale weersomstandigheden."
- voor belastingplichtigen die de forfaitaire grondslag van aanslag volgen. Voor zij die een boekhouding volgen o.b.v. reële cijfers komt minderomzet door schade aan teelten tot uiting in de vaststelling van de werkelijke omzet.
Ook voor de Mestbank (VLM) zijn de vaststellingen van de schattingscommissies niet meer onmiddellijk relevant. De Mestbank liet weten dat vanaf 2020 op alle aangeduide percelen het nitraatresidu gemeten moet worden, ook al is er teeltschade door uitzonderlijke weersomstandigheden. Het is dus niet de bedoeling dat de schattingscommissie bijeen komt louter en alleen om af te wijken van de nitraatresidubepaling. Een landbouwer kan wel teeltschade door uitzonderlijke weersomstandigheden als argument gebruiken in zijn bezwaar tegen de maatregelen opgelegd als gevolg van overschrijdingen van de nitraatresidudrempelwaarden.